GEschiedenis
In 1978 werd de Edese basisgemeenschap Exodus opgericht. De mensen van toen voelden zich verbonden met de ontwikkeling van geloofsgroepen van arme mensen in Latijns-Amerika. De theologie die daaruit is voortgekomen, de 'theologie van de armen' of de 'bevrijdingstheologie' liet in de jaren zestig en zeventig een andere wind waaien, ook in de westerse kerken. Theologie, als spreken over God, moet een ervaarbare werkelijkheid zijn. Daarbinnen is ruimte nodig voor bestaansvragen van mensen.
De volgende jaren gebeurde er veel. De aanvankelijk zeer progressieve ideeën werden steeds meer gemeengoed in kerk en maatschappij. De kruisraketten kwamen er niet en de zorg voor het milieu werd een hoofdthema in de politiek.
Het is nu ook in veel kerken normaal dat aandacht wordt gevraagd voor de derde wereld, voor Amnesty International, voor de zorg voor vluchtelingen, voor behoud van de natuur. Daar zijn we blij om. Als leden van Exodus staan we nog steeds midden in de wereld en we bemoedigen elkaar om mensen van het licht te zijn, in goede en minder goede tijden. Onze vieringen zijn nog steeds experimenteel. We formuleren met aandacht onze gebeden, we zingen liederen, vaak van Huub Oosterhuis en Mar van der Velden, en soms maken we onze eigen liederen. Zo verdiepen we onze aandacht voor spiritualiteit, emoties en rituelen.
Vanuit de gedachte: de kerk, dat zijn wij zelf, kent Exodus geen voorgangers. Er is niemand die de antwoorden klaar heeft liggen op de vragen van het leven. We zullen zelf op zoek moeten. Daarom worden de vieringen samen voorbereid. Rond het lezen van de bijbelverhalen is er ruimte voor ieders eigen verhaal. In de voorbereiding worden bijbelteksten gekoppeld aan andere inspiratiebronnen en aan het eigentijdse bestaan. We hebben hierbij theologische ondersteuning.
Exodus ontdekt op deze wijze opnieuw de kracht van symbolen en rituelen, de meerwaarde van oude liturgische gebruiken. We ervaren dat als een vorm van vertrouwen op God.
Het is nu ook in veel kerken normaal dat aandacht wordt gevraagd voor de derde wereld, voor Amnesty International, voor de zorg voor vluchtelingen, voor behoud van de natuur. Daar zijn we blij om. Als leden van Exodus staan we nog steeds midden in de wereld en we bemoedigen elkaar om mensen van het licht te zijn, in goede en minder goede tijden. Onze vieringen zijn nog steeds experimenteel. We formuleren met aandacht onze gebeden, we zingen liederen, vaak van Huub Oosterhuis en Mar van der Velden, en soms maken we onze eigen liederen. Zo verdiepen we onze aandacht voor spiritualiteit, emoties en rituelen.
Vanuit de gedachte: de kerk, dat zijn wij zelf, kent Exodus geen voorgangers. Er is niemand die de antwoorden klaar heeft liggen op de vragen van het leven. We zullen zelf op zoek moeten. Daarom worden de vieringen samen voorbereid. Rond het lezen van de bijbelverhalen is er ruimte voor ieders eigen verhaal. In de voorbereiding worden bijbelteksten gekoppeld aan andere inspiratiebronnen en aan het eigentijdse bestaan. We hebben hierbij theologische ondersteuning.
Exodus ontdekt op deze wijze opnieuw de kracht van symbolen en rituelen, de meerwaarde van oude liturgische gebruiken. We ervaren dat als een vorm van vertrouwen op God.